
In samenwerking met de Tate Gallery organiseert Kunstmuseum Den Haag een grote tentoonstelling rond de zogenaamde ‘School of London’.
Tate stelt hiervoor ca. 45 uitzonderlijke werken beschikbaar van onder meer Francis Bacon, Lucian Freud, Paula Rego en David Hockney. De tentoonstelling laat zien hoe sleutelfiguren van de naoorlogse Britse schilderkunst telkens de menselijke figuur – en daarmee de menselijke ervaring – verbeelden. Tegelijkertijd bevraagt de tentoonstelling deze canon van de Britse figuratieve schilderkunst, door ook buiten de gebaande paden te kijken. Bijvoorbeeld door even eigenzinnige maar vaak onderbelichte kunstenaars te tonen zoals Denzil Forrester, Eva Frankfurther en Celia Paul.
De tentoonstelling biedt, met werk van 13 kunstenaars, een dwarsdoorsnede van de moderne Britse schilderkunst uit Londen, en geeft ook een inkijk in parallelle bewegingen en kunstenaars die in dezelfde periode, op dezelfde plek, verf gebruikten om uitdrukking te geven aan de wereld om hen heen – maar die binnen het gangbare verhaal onderbelicht zijn gebleven.
Kunstmuseum Den Haag presenteert tevens de eerste Europese overzichtstentoonstelling van de Amerikaanse schilder Lois Dodd (1927) met zo’n honderd werken. Dodd is al acht decennia actief. Al die tijd houdt ze vast aan haar eigen vorm en stijl en ze schildert op 98-jarige leeftijd nog bijna elke dag. Haar werken bevinden zich ergens op het spectrum tussen figuratie en abstractie – zo liet ze zich onder andere inspireren door Mondriaan. Ze schildert vooral wat ze tegenkomt in haar directe omgeving. Groene landschappen, gedetailleerde close-ups van bloemen, nachtelijke hemels, dichtbegroeide bossen, ramen, waslijnen, verweerde houten schuren en stadsgezichten zonder mensen.
